Menu
Artikel

De stad verandert. De vraag is: hoe veranderen culturele instellingen mee?’

by Ko van ’t Hek

5 december 2020

Artikel

In de tentoonstelling Refresh Amsterdam laat het Amsterdam Museum werk van hedendaagse makers zien die zich bezig houden met actuele, grootstedelijke thema’s. Het zijn makers uit allerlei verschillende disciplines. Imara Limon licht toe: ‘Ze zijn geselecteerd uit een open call. De selectiecommissie heeft onder andere gelet op welke verhalen nog weinig worden gezien in de stad en ontbreken in de museumcollectie, met andere woorden: wat nu nog blinde vlekken zijn. Enkele getoonde werken worden aangekocht door het museum als aanvulling op de collectie. Het centrale thema van dit jaar is Sense of Place, over hoe mensen zich verhouden tot Amsterdam en of zij zich kunnen thuisvoelen in de stad.’

Refresh Amsterdam is een tweejaarlijkse manifestatie en een samenwerking van verschillende instellingen in de stad. Voor deze editie werkt het Amsterdam Museum samen met de Appel, de CBK Zuidoost, Compagnietheater, OSCAM, Rijksakademie van beeldende kunsten, SEXYLAND en The Black Archives. Naast de tentoonstelling zijn er programma’s op verschillende locaties en een uitgebreid online platform. Hiermee laat het Amsterdam Museum zien een echt stadsmuseum te zijn. Allerlei verschillende stemmen in de stad komen aan het woord over actuele thema’s. Limon: ‘De stad verandert. De vraag is: hoe veranderen culturele instellingen mee?’

Het Amsterdam Museum nodigde een aantal directeuren uit de Amsterdamse kunst- en cultuursector uit tot een gesprek. Want hoe maken de instellingen verbinding met elkaar? Wat betekent makerschap tegenwoordig en hoe gaat het Amsterdamse cultuurveld om met fluïde makers? En hoe zorgen we dat we zowel lokaal als internationaal aandacht voor deze kwesties hebben? Het werd een aftastend panelgesprek in opmaat naar het Refresh Amsterdam symposium op 12 februari 2021.

 

Van verantwoordelijkheid tot solidariteit

Verschillende organisaties uit de culturele keten zijn samen verantwoordelijk voor een gezond kunstklimaat van de stad, en gaan in gesprek over hun rol binnen de keten. Dat is het centrale thema van deze bijeenkomst, die wegens corona plaatsvindt via Zoom. Al snel is helder dat de verschillende instellingen elkaar kennen en op de hoogte zijn van elkaar, maar elkaar nog niet altijd goed weten te vinden. Annet Zondervan: ‘We moeten die keten beter in beeld brengen. Wat wordt er nou eigenlijk al gemaakt in dat ecosysteem? In hoeverre laten we dat zien en kopen we dat aan voor de collectie van de stad?’ Marian Duff bevestigt dit: ‘Het zou mooi zijn als we elkaar beter zouden kunnen vinden en helpen waar nodig.’

Bijvoorbeeld als het gaat over het geven van opdrachten en waar die gemaakte kunstwerken dan uiteindelijk terechtkomen. ‘Het zou slim zijn om met het geld dat er is, makers een opdracht te geven, waarmee dat werk en dus de maker door kan stromen naar een museum. In plaats van dat iets in de luwte gemaakt wordt, in de hoop dat het aangekocht wordt. Zo doorbreek je patronen, zo maak je ruimte voor nieuwe makers,’ zegt Aukje Dekker. ‘Het is fijn om iemand die de eerste stappen zet in het makerschap een kans te bieden. Zeker als die vervolgens door kan schuiven naar andere plekken,’ zegt Yassine Boussaid. ‘En hierdoor wordt ons netwerk ook weer sterker. Dan worden we er allemaal beter van.’

Het is een trend die te zien is bij meer instellingen: behalve een podium zijn, ook (co-)producent worden. Het Stedelijk Museum beweegt ook weer in die richting, met het opnieuw leven in blazen van het Bureau Amsterdam (dat nu anders gaat heten). Rein Wolfs: ‘Zo kunnen we direct iets voor makers betekenen. Ik denk dat musea als het Stedelijk dat in de komende jaren nog veel meer moeten doen. Ik ben blij dat we juist in dit jaar de gemeentelijke kunstaankopen hebben, dat we een aankoopbudget hebben om werken van makers uit Amsterdam en omgeving aan te kopen. We schuiven naar elkaar toe, maar we blijven natuurlijk ook een beetje anders.’ Judikje Kiers beaamt dat, maar zegt ook dat het daarom des te belangrijker is om de onderlinge verhoudingen goed af te blijven stemmen, juist ook als het gaat om aankopen.

Rein Wolfs gaat verder: ‘We zitten in een nieuw veld. Het Stedelijk heeft niet altijd even goed naar de stad gekeken. Dat wil ik beter gaan doen. Ook met ons beperkte aankoopbudget kunnen wij ons inzetten om meer vanuit de stad te kopen. Dat is de ketenverantwoordelijkheid die wij kunnen nemen.’ Annabel Birnie vult hem aan: ‘We kunnen nog beter met elkaar naar die keten kijken, dat willen wij bij het AFK ook. Wat doen we bijvoorbeeld met de stijging van het aantal aanvragen, waardoor de bedragen versplinteren. Wij willen graag beter samenwerken met de sector, zodat we bedragen gerichter kunnen besteden. Binnen een breder kader.’

Alle sprekers spreken hun behoefte uit aan een directere samenwerking en om samen die ketenverantwoordelijkheid op te pakken. Ook het ‘doorschuiven’ van makers wordt uitvoerig besproken. ‘Waar misschien een blinde vlek zit,’ zegt Emily Ansenk, ‘is op het moment dat je met elkaar allemaal makers selecteert uit ieders achterban, dat je ook wel een soort van vernauwing kan krijgen. Die makers schuiven dan wel op, maar daarmee geef je geen ruimte aan anderen.’ Het insluiten van de een kan dan leiden tot het uitsluiten van de ander. Marian Duff reageert: ‘Dit gevaar is er zeker. Dat is wel lastig, want ik wil ‘mijn mensen’ toch graag doorschuiven naar het Amsterdam Museum of het Stedelijk. Maar daarmee blijft wel de deur dicht voor anderen.’

Dan wordt er nog even gesproken over solidariteit met andere instellingen die nu in zwaar weer verkeren, als W139, Ons’ Lieve Heer op Solder en het nachtleven, waar onder andere Sexyland deel van uitmaakt. Annabelle Birnie ziet veel saamhorigheid en solidariteit in de sector, meer dan in voorgaande jaren. De sector treedt achter de schermen veel samen op, maar moet dat ook niet meer naar buiten toe? Over die vraag maakt Clayde Menso zich zorgen: ‘Wij moeten er met z’n allen voor zorgen dat die creatieve laag kan floreren. Denk aan broedplaatsen en nachtcultuur. Zonder die plekken waar het begint, staan wij nergens.’  Annet Zondervan valt hem bij: ‘Ik vind het heel erg wat er bij W139 gebeurt.’ Ze vraagt aan zichzelf en de anderen: ‘Hoe komt het dan dat het vooralsnog niet echt gelukt is om een echte goede lobby met elkaar voor W139 op te zetten?’ Hieruit blijkt een sterk gevoel van solidariteit, maar dat het nog niet altijd goed lukt die om te zetten in actie en samenwerking.

 

‘Wij moeten er met z’n allen voor zorgen dat die creatieve laag kan floreren. Denk aan broedplaatsen en nachtcultuur. Zonder die plekken waar het begint, staan wij nergens.’ 

 

In internationaal perspectief

Vanuit de ketenverantwoordelijkheid komt het gesprek op het internationale karakter van de stad. Bijvoorbeeld: hoe zorgen we dat internationale kunstenaars wanneer ze naar de stad komen voor even onderdeel kunnen zijn van die stad? Hoe maak je gebruik van elkaar, en van elkaars kennis, zodat er een wederzijdse bevrediging kan ontstaan, een inspirerende relatie? Dat ze niet alleen iets komen brengen, maar ook nieuwe inspiratie kunnen op doen?

‘Vroeg beginnen,’ zegt Annet Zondervan. Dat klinkt misschien als een flauw antwoord, maar een nauwere samenwerking van de sector, waar de lijnen korter zijn, kan er wel voor zorgen dat dit soort dingen makkelijker te waarborgen zij. Annabelle Birnie: ‘Moeten we dan meer samenwerkingsverbanden opzetten? Hier zou het AFK wel bij willen faciliteren.’

‘Het gaat daar vooral om impact,’ geeft Clayde Menso aan. ‘Wat bereik je nou met zo’n gast als hij er eenmaal is. In mijn verre verleden heb ik Spike Lee hiernaartoe weten te halen. En toen heb ik gezegd: we willen daar als John Adams Institute, waar ik toen werkte, best aan bijdragen. Op één voorwaarde: dat hij niet alleen in de Stadsschouwburg staat, maar ook samen met kunstenaars aan de slag gaat bij het Binger Instituut, ook naar Zuidoost gaat om daar jongeren te ontmoeten en toe te spreken. Er zijn mensen die dankzij ene ontmoeting filmmaker zijn geworden. Het gaat om de kracht van de ontmoeting.’ Judikje Kiers vult aan: ‘Die wederkerigheid is belangrijk. De ster komt hier en voedt Amsterdammers, maar wordt zelf ook gevoed door onze makers.’

Dat gaat over internationale makers, of zelfs sterren die onze stad bezoeken. Maar daarnaast is het ook belangrijk hoe we omgaan met internationale kunstenaars die zich hier willen vestigen. Er komen veel jonge kunstenaars van over de hele wereld naar de postacademische instellingen, maar kunnen vervolgens niet in de stad wonen. Een kwalijke zaak, volgens Rein Wolfs. ‘De kunstenaars worden buiten de randen van Amsterdam gedwongen. Dat is een gevaar voor de internationale kwaliteit van deze stad. Als we die mensen in de stad kunnen houden, dan kan er iets gebeuren voor die stad. Voor andere jonge kunstenaars, maar ook voor de hele sector.’

 

‘De kunstenaars worden buiten de randen van Amsterdam gedwongen. Dat is een gevaar voor de internationale kwaliteit van deze stad.’

 

Fluïde praktijken

Een ander onderwerp wat ter tafel kwam, is de fluïditeit die veel hedendaagse makers hebben. Ze werken niet binnen één discipline, maar gaan kriskras door alle media en uitingsvormen. De fondsen zijn hier over het algemeen nog niet goed op ingericht. Wat kan een samenwerkingsverband daarin betekenen?

‘Veel hedendaagse makers hebben een fluïde praktijk,’ constateert Margriet Schavemaker. ‘Ik zat zondag een hele middag bij Massih Hutak in de studio om te kijken hoe ik hem kan helpen in zijn hybride praktijk van activist, schrijver, theatermaker, muzikant. Maar dat is best complex, want zijn werk zit tussen veel verschillende podia en disciplines in. Waar kunnen makers die overal tussendoor fladderen, die verschillende dingen tegelijk doen, landen? Kunnen wij die makers wel goed dienen? Daarvoor moeten wij als museum onze expertise verbreden, maar we moeten daarvoor als sector ook beter samenwerken.’ Dat is volgens haar ook verantwoordelijkheid nemen.

Clayde Menso: ‘Makers krijgen bij ons volledige vrijheid, en dan komt er iets los. Dan komt een fotograaf ineens met een theatervoorstelling of een modeontwerper wil beats produceren. Die makers hebben hun verhaal als uitgangspunt, niet hun discipline. Het is een totaal andere manier van maken.’ Yassine Boussaid vult aan: ‘We spreken hier daarom ook niet meer van een theater, maar van een cultureel knooppunt. Hier kan alles.’

Volgens Marian Duff is de keten zelf verantwoordelijkheid voor de mogelijkheid tot nieuwe verhalen en vormen: ‘Je helpt nieuwe kunstenaars niet, of nieuwe narratives of kunstvormen niet als je de fondsen aanspreekt vind ik. Dat moeten we absoluut zelf doen.’

Annabelle Birnie moedigt dit aan: ‘Als jullie ergens tegenaanlopen, wend je dan gerust tot ons. Die pluriformiteit van de stad is natuurlijk belangrijk. Door fondsen worden vaak formats gelanceerd en het is heel moeilijk om die formats zo open te schrijven dat iedereen zijn eigen verhaal daarin kwijt kan. We doen ons best daarvoor, maar dat kan vast beter.’

 

Vervolgstap: in gesprek met makers

Na afloop blijft heel sterk de bereidheid hangen om meer samen te werken en als keten vanuit de gevoelde verantwoordelijkheid samen toekomstplannen te maken voor de langere termijn. Om als sector beter te functioneren, om zo beter om te gaan met de stad, de middelen die de sector van de stad krijgt. Er is een duidelijk voornemen om elkaar vaker te spreken. Het Amsterdam Museum neemt de rol van initiator graag op zich.

Die toekomstplannen moeten juist ook in gesprek met makers worden gemaakt, merkt Aukje Dekker op. Het Amsterdam Museum organiseert op 12 februari 2021 een symposium waar mét makers wordt gesproken over wat zij nodig hebben in de stad.

 

 

DEELNEMERS

Emily Ansenk – Directeur Holland Festival

Annabelle Birnie – Directeur AFK

Yassine Boussaid  – Directeur De Meervaart

Aukje Dekker  – Directeur en mede-oprichter SEXYLAND

Marian Duff – Oprichter en directeur OSCAM

Judikje Kiers – Algemeen directeur Amsterdam Museum

Imara Limon – Curator Refresh Amsterdam, Amsterdam Museum

Clayde Menso – Algemeen directeur Amerpodia

Margriet Schavemaker – Artistiek directeur Amsterdam Museum

Rein Wolfs – Directeur Stedelijk Museum Amsterdam

Annet Zondervan – Algemeen Directeur CBK Zuidoost