Menu
Essay

Refresh Amsterdam – Sense of Place. Een inleiding

by Imara Limon, conservator Amsterdam Museum

8 december 2020

Essay

Amsterdam is constant in beweging. De stad groeit, mensen komen en gaan, zij nemen stukjes van de stad met zich mee en brengen de wereld naar Amsterdam. De veelzijdigheid van de stad is kenmerkend, en toch is nog goed zichtbaar dat het erfgoed van de stad vaak werd beschouwd vanuit een witte mannelijke blik en vanuit maatschappelijk privilege.

In de redenen en beredenering waarom iets verzameld of vastgelegd is, is dit duidelijk terug te zien: de norm was het uitvergroten van rijkdom en successen van de stad en de nalatenschap daarvan in de vorm van bijzondere historische en kunstobjecten. Zo zijn in het straatbeeld standbeelden van machthebbers te zien; in musea hangen de schilderijen van schutters en regenten die zich in de zeventiende eeuw lieten portretteren in prachtige kleding op grote doeken; en het bijzondere textiel, zilver en glas van rijke families die na een overlijden hun inboedel doneerden aan de stad is nog steeds te bewonderen. Als vanzelfsprekend worden bij dit erfgoed haast uitsluitend de verhalen verteld van een elite wiens geschiedenissen slechts een fragment vormen van de stad door de eeuwen heen. Ook in de meer recente geschiedenis van verzamelde objecten en verhalen in de collectie van het Amsterdam Museum is een bepaalde focus te zien. Zo is in de twintigste eeuw de nalatenschap van mannelijke denkers veel sterker vertegenwoordigd dan die van vrouwelijke rolmodellen. Er is relatief weinig verzameld rond bijvoorbeeld de Bijlmerramp van 1992 en de aanleg van de metro of de bouw van nieuwe stadsdelen, terwijl we dit nu zien als ingrijpende gebeurtenissen en grootschalige stedelijke ontwikkelingen die veel Amsterdammers raakten. Hetzelfde geldt ook voor de positie van de islam in de stad en de rol van Amsterdamse LGBTQI+-bewegingen.


Black Lives Matter-demonstratie, Dam, 1 juni 2020 (fotograaf: Luciano de Boterman)

Hier lijkt verandering in te komen. Activisten en grassroots-bewegingen strijden voor erkenning en zichtbaarheid van onderbelichte verhalen en perspectieven. Kijk maar naar wereldwijde bewegingen zoals Pride, Black Lives Matter en #MeToo. Als een van de weinige zwarte vrouwen werkzaam als curator en conservator in de cultuursector beschouw ik het als de hoogste prioriteit om ruimte te creëren voor verhalen die ontbreken in de museumcollectie, voor wat nu nog blinde vlekken zijn. Dat is belangrijk, want met name jongeren ontlenen deels hun identiteit aan de wijze waarop bijvoorbeeld hun gender, afkomst of religie wordt vertegenwoordigd in het cultureel erfgoed waar zij mee opgroeien.

Deze visie past bij het Amsterdam Museum. Als stadsmuseum willen en moeten wij een vollediger beeld presenteren van de stad dat recht doet aan de culturele en sociale veelzijdigheid die de stad rijk is. Wij richten ons in onze verzamel- en tentoonstellingspraktijk, behalve op objecten, in versterkte mate op immaterieel erfgoed zoals verhalen, rituelen, gebruiken en op grootstedelijke vraagstukken zoals migratie. Zo maakte ik samen met The Black Archives in Amsterdam Oost de tentoonstelling Zwart en Revolutionair: Het verhaal van Hermine en Otto Huiswoud (2017), over het voor velen onbekende verhaal van een intellectuele verzetsbeweging in Amsterdam. Halverwege de twintigste eeuw, toen Suriname nog bezet was door Nederland, vestigden Hermine uit Brits-Guiana en Otto uit Suriname zich in Amsterdam en streden vanuit het hoofdkwartier van Vereniging Ons Suriname op de Zeeburgerdijk tegen racisme, economische ongelijkheid en kolonisatie wereldwijd. Op de zolder van het pand was een heel archief te vinden met materiaal gedocumenteerd door Hermine Huiswoud. Het raakte mij om dit verhaal te horen, misschien vanwege mijn Surinaamse wortels, maar nog veel meer vanwege het feit dat het plaatsvond op een steenworp afstand van mijn toenmalige appartement. Elke dag fietste ik er langs zonder te weten dat zich daar een belangrijk hoofdstuk uit de Amsterdamse geschiedenis had afgespeeld. Ik vroeg mij af: welke bijzondere verhalen zijn er nog meer te achterhalen? En wie zoekt ernaar?

‘Als een van de weinige zwarte vrouwen werkzaam als curator en conservator in de cultuursector beschouw ik het als de hoogste prioriteit om ruimte te creëren voor verhalen die ontbreken in de museumcollectie.’

In de tentoonstelling waren, naast archiefmateriaal, ook artistieke projecten te zien met muurschilderingen door Brian Elstak, houtskooltekeningen van Iris Kensmil en het grafisch ontwerp en een animatie door Raul Balai: hedendaagse makers die reflecteren op de stad van nu maar zich ook verhouden tot historisch erfgoed – vaak op kritische wijze. Het is een hele krachtige manier om de verbindingen tussen het verleden en het heden te laten zien en te bevragen.

Manifestatie over stadscultuur

De hedendaagse blik van creatieve makers staat ook centraal in Refresh Amsterdam: een nieuwe traditie van tweejaarlijkse manifestaties over stadscultuur. Het Amsterdam Museum zocht naar een manier om makers die steeds meer interdisciplinair werken de gelegenheid te bieden zowel werk in een tentoonstelling te laten zien als een performance te organiseren, te schrijven, een publicatie te maken en/of een publieksprogramma te organiseren. Voor deze eerste editie werken we daarom samen met cultuurhuizen verspreid over de stad: de Appel, CBK Zuidoost, Compagnietheater, OSCAM, Rijksakademie van beeldende kunsten, SEXYLAND en The Black Archives. De samenwerkingspartners vertegenwoordigen samen een waaier aan artistieke disciplines.

Gezamenlijk zetten we begin 2020 een open call uit voor makers die een voorstel konden indienen voor nieuw of recent werk rond het thema van deze editie: Sense of Place. Vertegenwoordigers van de samenwerkingspartners vormden samen de selectiecommissie: Aukje Dekker en Arthur van Beek (SEXYLAND), Marian Duff (OSCAM), Mitchell Esajas (The Black Archives), Imara Limon (Amsterdam Museum), Clayde Menso (Compagnietheater), Emily Pethick (Rijksakademie van beeldende kunsten), David Smeulders en Monika Szewczyk (de Appel) en Annet Zondervan (CBK Zuidoost), versterkt door schrijver Abdelkader Benali, wiens prachtige verhalen vaak gaan over thuisvoelen en persoonlijke ervaringen verweven met de politieke en sociaal-maatschappelijke context. We werden overspoeld door honderden aanmeldingen en raakten geïnspireerd door de uiteenlopende projecten en ideeën: van stadswandelingen tot theaterstukken, van concerten tot schilderijen. De commissie selecteerde vijfentwintig voorstellen voor in de meeste gevallen nieuw werk.

‘Sense of Place staat ook voor thuisvoelen of de ervaring ergens bij te horen, belonging.’

Dankzij de genereuze bijdrage van diverse fondsen zijn we in staat geweest om al deze projecten mogelijk te maken. Op dit online platform is meer te lezen over de tentoonstelling in het Amsterdam Museum en de programma’s op de locaties van de partners. Daarnaast is er uitgebreide informatie over de deelnemende kunstenaars en hun werk te vinden, er zijn livestreams en podcasts, en kunt je er aanmelden voor de publieksprogramma’s.


Campagnebeeld Refresh Amsterdam (fotograaf: Kevin Osepa)

Sense of Place

Sense of Place, het thema van deze eerste editie van Refresh Amsterdam, gaat over mensen en hoe zij zich verhouden tot een plaats. De vijfentwintig gekozen projecten voor de tentoonstelling gaan over Amsterdam, maar laten ook zien dat de ervaringen van mensen met allerlei achtergronden, netwerken en tradities de stads- en landsgrenzen vaak overstijgen. Het campagnebeeld van Refresh Amsterdam is een beeld van fotograaf Kevin Osepa, die ook deelneemt aan de tentoonstelling. Voor hem is Amsterdam onlosmakelijk verbonden met Curaçao en de herinneringen aan dit eiland waar hij opgroeide: de mensen, de soms beladen geschiedenissen en ook de typische biologische organismen van die plek, zoals de slakkensoort kokolishi kalakuna die hij fotografeerde op de huid van een Yù di Kòrsou (kind van Curaçao, oftewel Curaçaoënaar). In Only the Ports Are Loyal to Us (2020) van Yunjoo Kwak gebeurt iets vergelijkbaars: in de film verbindt Kwak de havensteden Amsterdam en Surabaya met elkaar, en daarmee elementen van een gedeeld koloniaal verleden op verschillende continenten. Haar ervaringen in Nederland en Indonesië toont zij als het ware in parallelle werelden van archiefbeelden, gecombineerd met eigen snapshots – door middel van een carrousel van beelden dat tijden en continenten verbindt op het scherm.


Cover: bell hooks, Belonging: A Culture of Place, 1990 (editie 2019)

Sense of Place staat ook voor thuisvoelen of de ervaring ergens bij te horen, belonging. De Amerikaanse professor bell hooks, die stellig haar auteursnaam met kleine letters spelt, schrijft in Belonging: A Culture of Place (1990) over belonging niet als een bestemming maar als een zoektocht, een wens. hooks gaat in haar verhaal terug naar Kentucky, in het zuiden van de VS, waar zij opgroeide. Het is een persoonlijke zoektocht, en tegelijk wil zij laten zien wat het betekent als de bijdrage van (een groep) mensen aan de geschiedenis wordt vergeten, of niet belangrijk genoeg wordt bevonden om te herinneren. Voor henzelf, in dit geval de zwarte boeren, heeft het als gevolg dat zij vervreemd raken van hun eigen verleden, en zelf hun bijdrage aan de Amerikaanse agrarische cultuur niet meer kennen. Zo ontstaat een vertekend beeld in de maatschappij en lijkt het net alsof die zwarte gemeenschap niet betekenisvol is geweest als onderdeel van de Amerikaanse geschiedenis. Als je bedenkt dat wij allemaal onze identiteiten gedeeltelijk baseren op vragen als ‘wie ben je?’, ‘waar kom je vandaan?’, ‘wie zijn je ouders en je voorouders?’, dan maakt het wel degelijk uit hoe bevolkingsgroepen de geschiedenis ingaan, hoe wij ze waarderen en herinneren. hooks laat zien dat deze kwesties ingewikkelder zijn dan een simpele scheiding tussen zwart en wit; zij bespreekt ook de rol van vrouwen, van de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika, van arm versus rijk, en de band die mensen hebben met de natuur.

Haar schrijven functioneert als een tegenbeweging en een aanvulling op het dominante beeld van het Amerikaanse platteland. Door haar ogen krijg je, vanuit haar persoonlijke ervaringen, een inkijk in het Zuiden dat zij met zich meedraagt, ook nu zij in het noordelijke deel van de Verenigde Staten is gaan wonen. Het werk van hooks biedt mij inzichten in mijn eigen opvattingen over migratie. Herkenbaar vind ik haar wisselende standpunt dat slingert van ‘wij’ naar ‘zij’, wanneer zij schrijft over mensen op de plek waar zij vandaan komt. Dat merk ik vaker bij personen die opgroeien met meerdere culturen. Je moet je immers verhouden tot de dominante cultuur, waar het woord ‘wij’ nog altijd staat voor de witte, maar ook de mannelijke, heteronormatieve blik.

New Narratives

Het perspectief van deze dominante cultuur is sterk aanwezig in het taalgebruik van musea, met name musea die gaan over geschiedenis of volkenkunde. Zelfs nu musea steeds meer uitspreken dat zij relevant willen zijn voor een breder publiek verwijst het woord ‘wij’ doorgaans nog naar het witte westerse zelf en ‘zij’ naar de denkbeeldige Ander. Of je je ergens thuis kunt voelen is ook afhankelijk van of dit ‘wij’ een andere invulling kan krijgen. Dit begint met het besef dat het contextafhankelijk is wier perspectief geduid wordt met het simpele woordje ‘wij’, en dat dit niet vanzelfsprekend het gedeelte van de samenleving betreft dat zichzelf van oudsher centraal stelt.

In 2017 was ik initiatiefnemer van het onderzoeksprogramma New Narratives in het Amsterdam Museum, dat inmiddels werkt als een katalysator voor inclusie in de gehele organisatie en waar alle medewerkers bij betrokken zijn. We organiseren experimentele en interactieve programma’s samen met mensen die juist niet in het museum werken. Zij geven kritische rondleidingen door het museum en onderzoeken welke verhalen er nog meer kunnen worden verteld bij collectiestukken. Creatieve makers nodigen we uit om werk te maken in dialoog met de oude collecties, waarbij een maatschappelijk betrokken insteek centraal staat. En we doen nog veel meer, van expertmeetings tot buurtprojecten. Ook de manifestatie Refresh Amsterdam is onderdeel van New Narratives, inmiddels uitgegroeid tot een meerjarige programmalijn van het museum. Al deze projecten leveren waardevolle kennis op die we verwerken in de vaste presentaties, in tentoonstellingen en programma’s, en leveren ook nieuwe inzichten op die zich doorvertalen in onze werkwijze, ook achter de schermen van het museum.

Aan de voorkant betekent dit dat we een veelgelaagder, complexer beeld van het leven in de stad willen laten zien. Het werk Open Studio (2020) van We Sell Reality, een Amsterdams collectief bestaande uit gedocumenteerde en ongedocumenteerde kunstenaars, laat bijvoorbeeld zien dat het beeld van Amsterdam als een stad van burgerschap en sociale zekerheid niet altijd van toepassing is. Wat als je niet de juiste papieren hebt en dus niet mag werken, hoe overleef je dan in de stad en hoe word je behandeld? In de tentoonstelling is een denkbeeldig scenario te zien, een droom, van een studio waar We Sell Reality aan het werk is. Uit het raam aan de gevel van het Amsterdam Museum hangt een spandoek met de tekst ‘We Are Here’, naar het gelijknamige vluchtelingencollectief dat campagne voert voor mensenrechten en tegen de beperkingen van het Nederlandse asielbeleid.

Een ander perspectief en een kritische reflectie op de gangbare kernwaarden van Amsterdam biedt het werk ovba (2020) van Tyna Adebowale. ‘Thuis’ is voor haar altijd verbonden met de situatie in haar geboorteland Nigeria waar queerness en relaties tussen personen van hetzelfde geslacht strafbaar zijn. Amsterdam wordt vaak gekoppeld aan tolerantie, maar hoe zit het dan met Happy en Esther, haar vriendin uit Nigeria, en Sonny en Jermain uit Zimbabwe? Zij zijn queer personen in Amsterdamse asielzoekerscentra die zij afbeeldde op twee grote schilderijen en over wier lot de Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst nog zal beslissen. De driedelige transmedia-animatieserie Queer in a Time of Forced Migration van Tamara Shogaolu brengt de persoonlijke verhalen in beeld van enkele LHBTQI+-vluchtelinen uit Egypte, Soedan en Saoedi-Arabië, waarvan sommigen in Amsterdam terecht zijn gekomen. Shogaolu woonde op verschillende plekken in de wereld, waaronder Egypte en Nederland, en volgt al sinds de Arabische revoluties in 2011 enkele gevluchte personen. Op de zolder van het museum zijn de werken voor het eerst samen te zien: een film, een interactieve website en een virtual reality-ervaring.

Wat betekenen burgerschap en tolerantie voor mensen wier situatie niet past binnen de heersende norm? Waar liggen de grenzen van wie een Amsterdammer kan zijn en zich hier kan of mag thuisvoelen? En is het voldoende dat Amsterdam soms een veiligere keuze is voor mensen op direct fysiek niveau, terwijl er op sociaal en institutioneel vlak nog structurele uitsluiting plaatsvindt? En wat betekent dit voor kansen(on)gelijkheid in de stad? Het werk van deze makers is krachtig door een beeldtaal die uit nood geboren is en de ernst van de situaties blootlegt. Het verbeeldt de droom van een plek om te werken, geeft ruimte aan spiritualiteit die zorgt voor hoop op een betere toekomst, en maakt gebruik van animaties om de anonimiteit van de vertellers te kunnen waarborgen. Het nodigt uit om kritisch te kijken naar wat we in de stad kunnen verbeteren.

Kunst in tijden van COVID-19 en #BLM

In 2020 voltrokken zich wereldwijd grote veranderingen. COVID-19 en de maatregelen tegen de verspreiding van het virus raakten ons allemaal op verschillende manieren en hebben grote impact op de stad, nu en in de toekomst. Tijdens de eerste golf, vlak nadat scholen en culturele instellingen hun deuren hadden gesloten, toen zoveel mogelijk mensen moesten thuiswerken, begonnen de kunstenaars en collectieven met de ontwikkeling van hun werk voor de tentoonstelling. Tirzo Martha maakte een sculptuur over zijn sense of place tijdens de pandemie. Zijn werk maakt hij altijd in nauwe samenwerking met mensen om hem heen, en juist dat contact was lastig te realiseren. De sculptuur doet denken aan een kluwen aan elkaar gesmolten voorwerpen die balanceren op twee verdiepingen van schragen. Wat zie je nou eigenlijk? Een speelgoedpaard, houten beelden, een tl-buis… Het werk staat bewust dicht tegen een raam aan zodat je er niet omheen kunt lopen om het goed te bekijken. Het is moeilijk te doorgronden en spiegelt als het ware de haast wanhopige pogingen die we doen om fysieke en mentale afstand te overbruggen in tijden van corona. Meer dan ooit zijn we verbonden via schermen, maar fysiek zijn we belemmerd om elders te zijn.

Dit jaar wordt ook gekenmerkt door de strijd van eerder genoemde wereldwijde bewegingen, waaronder Pride, Black Lives Matter en #MeToo. Sinds de dood van George Floyd in Minneapolis, in de VS, op 25 mei 2020, staan racisme en de strijd ertegen volop in de schijnwerpers. Ook in Amsterdam. In een vanwege de coronapandemie haast lege stad kwamen op 1 juni 2020 duizenden mensen naar de Dam om te demonstreren in de naam van Black Lives Matter, tegen extreem politiegeweld en institutioneel racisme. Tien dagen later volgde een tweede demonstratie in het Nelson Mandelapark, met opnieuw een grote opkomst. De aandacht voor deze thema’s biedt hoop. Tegelijk is er ook voorzichtigheid geboden om niet te vroeg te juichen. Racisme is geen nieuw fenomeen, maar een complex onderwerp dat diepgeworteld is in de sociale, economische en politieke structuren van onze samenleving. Zal er dit keer echt iets veranderen? Hoe lang zal het duren? En welke rol kunnen wij daar zelf in spelen?

Meerdere kunstenaars reflecteren op deze actuele ontwikkelingen. Raquel van Haver beseft dat de antiracismestrijd in Nederland, met ook internationale banden, dreigt te worden weggelaten in geschiedenisboeken en legt daarom zelf een aantal personen vast die staan voor grotere bewegingen binnen deze strijd. In een gezamenlijke opdracht van CBK Zuidoost en het Amsterdam Museum maakte zij een indrukwekkend levensgroot schilderij. Zorgvuldig rangschikt Van Haver haar figuren rond een tafel, geïnspireerd door historische Amsterdamse groepsportretten. Brian Elstak dook tijdens een residency bij The Black Archives de archieven in en neemt je mee in zijn proces: van het maken van de houten arcadekast en de beschilderingen die refereren aan zijn bijzondere vondsten in de archieven – van strijdliederen tot unieke publicaties – naar een frisse soundscape in samenwerking met dj/producer The Flexican, MC’s RFx en DenZen. B.A.S.S. Black Archives Sound System (2020) is een ode aan activisten van toen en strijders van nu en brengt de geschiedenis van dit bijzondere archief tot leven. In zijn sculpturale installatie ENOUGH (2020) ‘bekladt’ Pittas historische bouwfragmenten van Amsterdamse monumenten met historische en hedendaagse uitspraken uit het publieke domein, in letters van grafiet en letters van marmergruis afkomstig van de bouwfragmenten zelf. Hoe dubbelzinnig de beeldtaal van het werk ook is, de titel maakt een duidelijk statement.

‘Amsterdam heeft van oudsher een grote aantrekkingskracht op mensen van overal ter wereld. De wens en de hoop om in vrijheid te kunnen leven is wat ons allemaal verbindt.’
Amsterdam in beweging

Amsterdam heeft van oudsher een grote aantrekkingskracht op mensen van overal ter wereld. De wens en de hoop om in vrijheid te kunnen leven is wat ons allemaal verbindt: van oud-ingezetenen tot nieuwe Amsterdammers, van gastarbeiders tot expats, van honkvaste tot tijdelijke bewoners en bezoekers van de stad – we verlangen allemaal naar een plek waar we ons thuisvoelen, en dat proberen we op allerlei manieren vorm te geven. Tegelijk betekenen de continue veranderingen in het weefsel van de stad dat dit streven soms wordt belemmerd en uitgedaagd. In zijn installatie The Future of ‘Me-nemen-Mory’ (2019-2020) nodigt Suat Öğüt je uit om plaats te nemen op tapijten waarop Google Street View-afbeeldingen zijn afgedrukt van panden verborgen in het straatbeeld. Zijn aandacht gaat uit naar de negentiende-eeuwse verstedelijking maar ook naar de huidige processen van gentrificatie en segregatie. Migranten en oud-Amsterdammers zijn een belangrijk onderdeel van de stad, maar moeten vaak naar buitenwijken verhuizen vanwege de stijgende huizenprijzen. Het liefst zou Öğüt deze kwesties bespreken tijdens het gezamenlijke eten van het Turkse gerecht menemen, wat vanwege de coronamaatregelen helaas niet mogelijk is. In plaats daarvan biedt hij het recept aan.

Stadscultuur wordt bepaald door mensen die zichtbare en onzichtbare connecties met elkaar hebben en zich tot elkaar moeten verhouden. Deelnemers van drie textielateliers in Amsterdam Nieuw-West, Bijzonder Amsterdams Atelier West, Ru Paré Community en Buurthuis Het Anker, leerden elkaar pas kennen toen zij vorig jaar in het naburige kunstcentrum de Appel samenkwamen, met kunstenaar Hana Miletić. Zij leerden samen zonneprints maken en verenigden zich in het collectief The Shadows Assembly. De zonneprints zijn onderdeel van Gordijnwand (2019), een groot gordijn en een ‘textielpublicatie’ die beide te zien zijn in de tentoonstelling. Met hun naam geeft de groep opnieuw betekenis aan huishoudelijk werk en handwerk, dat vaak weinig zichtbaar is en ondergewaardeerd. Het Amsterdamse collectief United Painting organiseert wereldwijd participatieve schilderprojecten op bijzondere plekken in de publieke ruimte. Pas sinds enkele jaren zijn zij ook actief in Nederland, onder meer om samen met vluchtelingen voor hen hier een thuis te creëren. Sense of place – een gevoel van plaats – zit in de haarvaten van de werkwijze van United Painting. Zo ontstond het idee om een visuele identiteit te ontwikkelen voor Refresh Amsterdam met patronen van United Painting-maker Marije Lytske Hester. De analoge patronen kregen in samwerking met ontwerpbureau Multitude een digitale vorm; een algoritme maakt willekeurig samengestelde nieuwe patronen, zodat ze flexibel toepasbaar zijn. Klik op refresh en alles is weer anders.

De afgelopen maanden wensten wij soms dat zo’n knop ook voor onze offline wereld zou bestaan. Zoals gezegd vielen de voorbereidingen voor Refresh Amsterdam samen met het begin van de pandemie. Het werden, en zijn nog steeds, roerige tijden waarin kunst en cultuur bij uitstek inzicht, reflectie en hoop kunnen bieden. Anders gezegd: wij hebben creatieve makers meer dan ooit nodig. Dit gegeven staat in schril contrast met hun precaire situatie, die de afgelopen maanden alleen maar zorgelijker is geworden. De langdurige onzekerheden omtrent gezondheid en inkomsten, de maatschappelijke onrust en ook de kleinere veranderingen zoals in onze wijze van communiceren, eisen zowel op mentaal als fysiek niveau extra aandacht. Veel inkomstenbronnen zijn dit jaar weggevallen voor makers. Tentoonstellingen, optredens en residencies zijn uitgesteld of afgeblazen, en de mogelijkheden om nieuwe klussen en opdrachten te vinden zijn beperkt. Juist daarom hebben wij er voortdurend naar gestreefd om Refresh Amsterdam te laten doorgaan, zo lang dat op een veilige manier zou kunnen.

Juist nu – in een tijd waarin het gesprek over wie we waren, zijn en willen worden in alle hevigheid in de samenleving en in de stad wordt gevoerd, en ook een tijd waarin mensen in de stad wat minder bewegingsvrijheid hebben door de coronamaatregelen – wordt duidelijk dat Amsterdam eindeloos veel verbindingen met andere plekken kent. De stad is als een continu veranderend knooppunt tussen al die verbindingen. De stedelijke samenleving heeft makers nodig die deze mooie, en vaak ook pijnlijke, verknopingen tastbaar en invoelbaar maken, om de knopen te ontwarren of ze in ieder geval inzichtelijk te maken. Om onze gevoelens voor deze plaats opnieuw te duiden. Of om er andere gevoelens en verbeeldingen voor in de plaats te stellen, die ons helpen om ons los te wrikken uit onze eigen kleine omgeving en beperkte blik. In zijn prachtige essay over Refresh Amsterdam schrijft Abdelkader Benali dat we makers kunnen zien als monsters die ons doen opschrikken omdat zij de stad op zulke uiteenlopende manieren verbeelden dat je alleen maar kunt hopen dat monsters echt bestaan. Ik geloof in monsters.